Door omstandigheden heb ik zeven jaar bij mijn grootouders gewoond, met name met mijn opa had ik een speciale band en dat was toch wel bijzonder omdat opa niet bekend stond als de meest aimabele man die er rondliep. Hij was een echte Amsterdammer, een oud
diamantslijper daardoor niet gespeend van joodse humor, en met een grote mond,
de meeste mensen liepen liever met een boog om hem heen maar ik was z’n
“apie”en ik was gek op hem. Hij ging met me naar, Amsterdamse Bos, Artis, hij
bracht me naar school, knipte mijn nageltjes, las me voor en maakte mooie
tekeningen voor me. Maar als ik niet luisterde dan was het, “kop onder kouwe
kraan”, “draai om me oren” en stond mijn wil ´achter de deur´. Dat was in ieder
geval heel duidelijk, opa duldde geen tegenspraak ook niet van mij. Slechts één
keer heeft dat geleid tot een echte ruzie, in mijn pubertijd. Toen ik daarna
een paar weken niet bij hem langs kwam had hij het daar erg moeilijk mee en
natuurlijk hebben we het bijgelegd. Hij was zesentachtig toen hij overleed de
laatste twee jaar  heb ik hem een beetje verzorgd hij vond dat niet altijd leuk.
Uiteindelijk is hij hem gepiept zonder mij maar met Ferry naast z’n bed.

Inmiddels is ook hij opa geworden en natuurlijk heeft hij alle tijd voor het knulletje, loopt hij uren rond te sjouwen met Max en hele verhalen te vertellen waar het ventje nog niets
van snapt maar hij vindt het wel prachtig en hij zoekt z’n opa altijd op. Ik mag hopen dat ze nog lang van elkaar kunnen genieten.

Zo zag ik dus ook afgelopen zaterdag een opa bij Lekvogels rondlopen, een opa die trots was dat zijn kleinzoon die aan het voetballen was. Kleinzoon had zijn debuut gemaakt bij de
minipupillen en opa maakte er foto’s van. Die opa was Bertus de Jong toch enige
tijd niet gezien bij Lekvogels. Maar een kleinkind doet wonderen, ik ben daar
blij mee. En het kleinkind is blij met zo’n opa.

M'n opa
Elke zondagmiddag bracht ie toffies voor me mee.
Ik weet nog de spelletjes die me opa met me dee,
restaurantje spelen en me opa was de kok,
bokkewagen spelen en m'n opa was de bok
m’n opa, m’n opa, m’n opa in heel Europa was er
niemand zo als hij.
m'n opa, m'n opa, m'n opa,
En niemand was zo aardig voor mij.

In heel Europa m'n oude opa.
Nergens zo iemand als hij,niemand zo aardig voor mij 
in heel Europa m'n ouwe opa.
nergens zo iemand als hij niemand zo aardig voor mij 
in heel Europa m'n eigen opa
Als ik me verveelde ging ik altijd naar hem toe.
Hij verzon een spelletje en nooit was ie te moe.
Van de dijk afrollen en m'n opa was de dijk,
detecktiefje spelen en m'n opa was het lijk.

Samen naar de apies kijken,samen naar het strand.
En als je geluk had ging je samen naar de brand.
Samen op het ijs en samen in de sneeuw,
leeuwentemmer spelen en m'n opa was de leeuw.
Altijd als we samen waren hadden we veel plezier.
stierenvechter spelen en de opa was de stier.