Het was tenslotte december en dat is altijd een drukke maand en omdat ik dacht dat ik tijd genoeg had maakte ik allerlei afspraken. Er was ook iets raars aan de hand want ik dacht ook dat ik nu alle achterstallige werkzaamheden in een keer moest inhalen. Plotseling realiseerde ik me dat ik natuurlijk na december ook nog vrij was. En dat is dus nu.
Wat ik het meeste mis is een dagritme. Er zijn mensen die kunnen daar prima mee overweg, vinden het zelfs prettig maar ik kom er achter dat ik wel behoefte heb aan een soort “dagprogramma” anders ben ik “een schip op drift” ik ga teveel te gelijk doen of leun achterover en denk inderdaad dat zaken wel even kunnen wachten want ik heb toch tijd genoeg. Oké, een dag in de week op mijn kleinzoon passen, drie keer in de week zwemmen, twee keer in de maand naar mijn moeder. Ben alweer met vriendinnen op pad geweest. Heb een dik boek uitgelezen. Ben zelfs gaan breien.
En dan natuurlijk Lekvogels. De zaterdag is ingevuld. Ik heb nu tijd om wat extra’s te doen maar dat wil ik doseren omdat ook daar een einde aan komt. Nog acht maanden en dan zal een ander de voorzittershamer hanteren ( ik heb hem overigens nooit gebruikt) en heb ik nog meer vrije tijd. Natuurlijk zal ik betrokken blijven bij de vereniging dus van roesten zal nog geen spraken zijn.
Ik heb mezelf getrakteerd op een heeel dik boek met gedichten van Willem Wilmink en vond daarin dit lieve voetbalgedichtje.
Voetbalverdriet
Toen ik lid werd van een voetbalclub
Zei mijn vader: “Beste vent,
Jij wint ook nog de Europacup
Als je groter bent”
En daar ging ik elke zaterdag
Naar het sportterrein,
En daar stond dan elke zaterdag
Vader langs de lijn
En wat was ie fanatiek
Hij schreeuwde zich bijna ziek:
“Doorzetten, jongen,
Voorzetten, jongen,
Anders word je nooit een prof,
Doorzetten, jongen,
Voorzetten, jongen
Neem hem op je slof.”
En ik maakte in de wedstrijd toen
Een doelpunt met de hak,
Zoals echte grote sterren doen,
Dood op hun gemak.
En mijn vader was ontzettend blij
en riep: “Hoera,hij zit!
Hij kocht een gloednieuw shirt voor mij,
Dat was rood en wit.
Voor Ajax mocht ik toen
Voetbalexamen doen.
Dat examen – nou je raad het al:
Niks kwam er van terecht
Maar twee keer raakte ik de bal,
Twee keer ontzettend slecht.
Ach, mijn vader was wel erg bedrukt,
Maar hij troostte zich al gauw,
En hij zei: “’t Is mij en jou mislukt,
Maar het lukt een zoon van jou.”
Dus over twintig jaar
Sta ik voor mijn zoontje klaar:
“Doorzetten, jongen,
Voorzetten, jongen,
Anders word je nooit een prof,
Doorzetten, jongen,
Voorzetten, jongen
Neem hem op je slof.”